Een leraar van mij heb ik ooit het woord ‘standigheid’ horen gebruiken. Dit is geen officieel Nederlands woord maar wel een prachtig woord dat de lading dekt van wat het voor mij betekent.
Standigheid roept bij mij de associatie op met ‘ergens voor staan’ maar ook ‘ergens in staan’, zelfstandig, krachtig en vol zelfvertrouwen. Een belangrijk thema voor mij.
In de tijd dat ik bijna structureel niet echt lekker in mijn vel zat (redelijk onbewust want aan de oppervlakte leek alles wel gelukkig en gezellig), was het ook niet zo goed met mijn weerbaarheid en mijn vertrouwen. Ik zoog alles op en nam vooral alles van mijn werk mee naar huis. Ik was overgevoelig voor kritiek van anderen en gaf vooral mezelf de schuld van alles dat niet lekker liep. Dat zorgde ervoor dat ik op pure wilskracht dealde met het dagelijkse, volle bestaan. Want wilskracht, daar ontbreekt het mij niet aan. Ik kwam er wel achter dat pure wilskracht veel energie kost en dat het mijn incasseringsvermogen verlaagde. Tijd om wat aan te pakken dus.
Ik ben tot de conclusie gekomen dat het vergroten van weerbaarheid en standigheid te bereiken is door weer te gaan voelen en daardoor weer te gaan weten (innerlijk weten) waar je voor staat. We zijn zo gericht op slechts het doorgronden en begrijpen met ons hoofd maar de werkelijke ingang naar het weer ‘heel’ worden, ligt in het lijf; het doorvoelen van alles wat er toe geleid heeft dat je weinig energie meer hebt en het weer opnieuw voelen van het de energie en kracht die zich weer opbouwt.