Voordat ik in 2000 in aanraking kwam met lichaamsgerichte therapie en intuïtieve massage vond ik ‘al dit soort dingen’ maar ‘oeleboele’ (zoals ik dat toen noemde) en dus ‘zweverig’.
Ik vond mensen die ‘dit soort dingen’ deden stom en vooral zwak, huilebalken en idioot. Bottom-line was dat ik geen idee had waar het over ging. Die mensen deden rare dingen en dat was zweverig. Zweverig is een soort gangbare term geworden om iets te duiden dat je niet kent, waar je niets van wil weten, wat niet in je straatje past en waar je stiekem misschien ook bang voor bent. Niet raar want de betekenis van zweverig is: vaag, onduidelijk. Geen grip op te krijgen en dus irritant, eng en spooky.
Toen ik eenmaal volop bezig was, destijds met Emotioneel Lichaamswerk, wat later met intuïtieve massage en nog later met energetisch werk (healing) en Cranio-sacraal therapie, verbaasde ik me erover dat mensen – waaronder ikzelf destijds – dat zo zweverig vonden. In feite had ik nog nooit iets gedaan dat aardser was dan dit en wat zo dicht bij mezelf stond. Ik begreep desalniettemin wel heel goed dat mij altijd werd gevraagd vooral mijn verworvenheden met anderen te delen en niet de vorm waarin ik dat bereikt had. Want dan ging het over die oefeningen die ik zelf van tevoren ook als oeleboele en vaag had gekwalificeerd. Het middel zorgt voor een bepaald resultaat, laat dat resultaat aan anderen horen en zien.
Eigenlijk is dit stukje een pleidooi voor een open mind, voor onderzoeken en experimenteren in plaats van oordelen, voor zaken vanuit verschillende perspectieven bekijken in plaats van standaard vanuit je eigen denkraam. Ruimte maken voor iets nieuws met het risico bestaande meningen en overtuigingen te moeten herzien.
Er is al veel ‘proven technology’ die wij nog steeds onterecht zweverig noemen. Het enige wat zweverig kan zijn, is wat de behandelaar ervan maakt.